ladyLein startpagina 0. R install & library 1. R start 2. Vectoren (een rij waarden) - wat is een vector - vector grafieken 3. Matrixen (tabellen) 4. Statistieken (min, max, gemiddelde, standaard defiatie) 5. Factoren (categorieën/typen 6. Data frames (tabellen, inlezen txt en csv bestanden) 7. Correlatie in de grafiek 8. Plot 9. GGPlot2 (lijn, staaf, taart) 10. Functies (o.a.if else, for, while, string, datum) 11. SQL / dplyr (gegevens ophalen uit tabellen) 12. WAR meetkastjes en KNMI (data ophalen en in grafiek zetten) 13. Qgis gegevens op de kaart zetten |
VectorenWat is een vectorEen vector is een lijst met waarden.Een string is een reeks letters, altijd tussen "" zetten, bv "hallo" rep("hallo", times = 3) antwoord "hallo" "hallo" "hallo" c(rij getallen of strings maken) c komt van combine nummerrij<-c(4, 7, 9) print(nummerrij) antwoord 4,7,9 kattennamen<-c("Polleke","Lotje","Zaza","Des","Lola","Huib","Mira") print(kattennamen) antwoord "Polleke" "Lotje" "Zaza" "Des" "Lola" "Huib" "Mira" seq(start, eind, ophogen met) komt van sequences seq(5, 9, 0.5) antwoord 5.0 5.5 6.0 6.5 7.0 7.5 8.0 8.5 9.0 Rekenen met één vector a <- c(1, 2, 3) a + 1 antwoord 2 3 4 sum(a) antwoord 6 optellen prod(a) antwoord 6 vermeniguldigen max(a) antwoord 3 hoogste waarde min(a) antwoord 1 laagste waarde mean(a) antwoord 2 gemiddelde Rekenen met meerdere vectoren a <- c(1, 2, 3) b<- c(4,5,6) sum(a,b) antwoord 21 optellen (1+2+3+4+5+6=21) prod(a,b) antwoord 720 vermeniguldigen (1*2*3*4*5*6=720) max(a,b) antwoord 6 hoogste waarde min(a,b) antwoord 1 laagste waarde mean(a,b) werkt niet a+b antwoord 5 7 9 a*b antwoord 4 10 18 willekeurige reeks data genereren op 2 manieren runif(n, min = 0, max = 1) a <- runif(3, min = 0, max = 1) maak 3 getallen tussen 0 en 1 0.98438602 0.89832887 0.05824238 b <- runif(5, min = 0, max = 100) maak 5 getallen tussen 0 en 100 86.86696 62.23808 53.70448 24.34124 69.42033 c <- round(runif(5, min = 0, max = 100),0) maak 5 getallen tussen 0 en 100 maar zonder decimalen: round(getal, aantal decimalen) getal is de runif functie, aantal decimalen = 0 67 33 23 24 27 sample(x, size, replace = FALSE, prob = NULL) d <- sample(0:10, 5, replace=FALSE) maak 5 getallen tussen 0 en 10, geen dubbelen? (false) 3 7 10 5 0 e <- sample(0:10, 5, replace=TRUE) maak 5 getallen tussen 0 en 10, dubbelen mogen? (true) 3 7 5 10 7 (dubbelen) Terug naar top |