01. Wanneer heb je krimp vervorming.
|
Als het werkstuk vrij kan vervormen.
|
02. Wanneer heb je krimp spanning.
|
Als het werkstuk niet vrij kan vervormen.
|
03. Hoe fixeer je de te lassen delen.
|
Hechten of vast klemmen.
|
04. Welke eisen worden er aan een hechtlas gesteld.
|
Zorgen dat de onderdelen op hun plek blijven + goed in de las opgenomen worden
|
05. Welke krimp heeft de grootste invloed bij dunne plaat
|
Lengte krimp.
|
06. Hoe heet dit verschijnsel.
|
Hoekverdraaiing.
|
07. Hoe voorkom je hoekverdraaiing.
|
Voorbocht geven.
|
08. Hoe noemen we de lasvolgorde om schaarwerking te beperken.
|
Verspringend lassen.
|
09. Hoe is de vervorming als gevolg van de dwarskrimp
|
|
10. Welke krimprichting speelt nauwelijks een rol bij vervorming als gevolg van lassen.
|
Dikte krimp.
|
11.Hoe voorkom je krimp vervorming.
|
Door goed vast te hechten of vast te klemmen.
|
12. Welke twee methoden van narichten zijn er.
|
Koud en warm narichten.
|
13. Wat is een ander woord voor narichten.
|
Tegenkrimpen.
|
14. Hoe moet je narichten.
|
|
15. Hoe moe je een voorbocht geven als je deze pijp wilt lassen.
|
|