ladyLein startpagina
Start-theorie lassen
01. Lassen en lasprocessen
02. Elektrotechniek
03. Metalen en hun gedrag bij lassen, materiaalkunde
04. Gas
05. Lasonderzoek
06. Veiligheid
07. Krimpen en vervormen
08. Lasfouten
09. Constructie, ontwerp, tekening lezen
10. MAG
11. TIG
      

03. Theorie lassen: materiaalkunde

Niveau 1: 01-27
Niveau 2: 28-32

01. In welke hoofdgroepen worden de scheikundige elementen verdeeld. Metalen en niet metalen.
02. Wat is een element. Een zuiver materiaal van 1 soort atomen.

03. Wat verstaat men onder het scheikundige begrip verbindingen.
Als atomen een verbinding aangaan.
04. Noem een paar verontreinigingen in staal. Stikstof, zuurstof, zwavel, fosfor.
05. Waarom mogen verontreinigingen niet. Ze zorgen voor minder goede eigenschappen van het staal.
06a. Wat zijn de symbolen voor ijzer, koolstof, silicium en mangaan. ijzer = Fe
koolstof = C
silicium = mangaan = Mn
06b. Wat zijn de symbolen voor ijzer, koolstof en mangaan. ijzer = Fe
koolstof = C
mangaan = Mn
07. Wanneer is het staal. Als er minder dan 2,0% koolstof in zit.
08. Wanneer is het gietijzer. Als er meer dan 2,0% koolstof in zit.
09. Wat is het verschil tussen gietstaal en gietijzer. Het koolstof percentage.
(ter info:
Gietijzer heeft 2,5%-6,67% koolstof
Gietstaal heeft minder dan 2,11% koolstof)
10. Wanneer is het ruwijzer. Als er 3 a 4 % koolstof in zit.
11. Wat is legeren. Andere elementen toevoegen om de eigenschappen van het materiaal te verbeteren.
12. Wat is staal. Een legering van ijzer met koolstof en een beetje mangaan en silicium.
13. Wat zijn legeringselementen. Chroom, nikkel, mangaan, silicium.
14. Wat is RVS. Roest Vast Staal. (dus niet roest vrij)
15. Wat is corrosie. Roesten.
16. Wanneer mag het RVS heten. Als er minimaal 10,5% chroom in zit.
17. Wat zit er in veel gebruikt RVS. 18% chroom en 8% nikkel. (inox-staal)

18. Hoogoven: wat gaat erin en wat komt eruit
IJzererts en cokes erin
Ruwijzer eruit

19. Met welk proces wordt staal gemaakt.
Oxystaal proces:
met zuurstof het koolstof uit het ijzer halen, in een converter.
20. Wat gebruik je bij het proces om staal te maken. Zuurstoflans.
21. Hoe heet het vat waarin staal gemaakt wordt Convertor.

22. Wat is dit.
Converter met zuurstoflans

23. Wat is dit.
Hoogoven.

24. Wat is dit.
Continu gieten.

25. Wat is dit.
Blokgieten.
26. Welke staalaanduiding gebruikt men nu. S235 rekgrens
(Oud is:
ST37 treksterkte
ST37 treksterkte
Fe360 treksterkte
Fe3C2 is een scheikundige formule)
27. Welke bewering over ruwijzer is juist. Ruwijzer ontstaat tijdens het hoogovenproces.
28. Wat is lasbaarheid. Hoe makkelijk je iets kan lassen.
29. Wanneer is het slecht lasbaar. Als je extra voorzorgsmaatregelen nodig hebt om toch te kunnen lassen.
30. Wanneer is staal slecht lasbaar. Bij een hoog koolstof percentage, groter dan 0,2%.
31. Wat moet je doen bij lassen met veel koolstof. Voorverwarmen.
32. Wat is het verschil tussen staal S235 en staal S355. S235 heeft een lager koolstofgehalte dan S355 en is daarom zwakker.