ladyLein startpagina


Het lied van de parel


De symboliek van de parel




Symboliek van de parel

Bij de Mandeëen heet de persoon van het lied van de parel Manda d’Haye. (Christos)

De parel
De parel is de menselijke ziel.
De menselijke ziel is de essentie van je aardse ervaringen. De ziel moet eersts groeien voordat je hem op kunt halen. Net als de oester pas een parel vormt als er een irriterende zandkorrel in zijn schelp komt, zo wordt de menselijke psyche pas actief als er vervelende ervaringen zijn. Van een beetje paradijselijk in het zonnetje liggen wordt de psyche niet actief en is er geen psychisch voedsel om van te groeien.
Dit groeien van de parel wordt in het lied overgeslagen. Christus krijgt in het begin de parel niet omdat die nog niet volgroeid is. Dat is de reden waarom hij het niet van de slang kan winnen. Dan vergeet hij wie hij is en gaat hij eerst ervaring opdoen om de parel te laten groeien.

De slang
De slang is de zich in sterfelijke vormen op aarde manifesterende levenskracht, de verleidelijke kracht die de mens aan het aardse kluistert.

Het kind
Het kind is Christos, die nog geen weet heeft van dualisme, die nog één is, het kent nog geen ik en jij, nog geen manlijk en vrouwelijk, nog geen binnen en buiten.

De vader is Logos, het absolute
De moeder is Sophia, de zuivere ziel waarin de Christos kan opstaan (geboren kan worden)

Het gewaad
Het prachtige gewaad is het kleed des heils, de mantel der gerechtigheid. Het is symbool van het wezen, onbesmet, rein en geheel onaangeraakt door het aardse. Het kind kan dit gewaad dus niet aan als het uitgezonden wordt, het zou besmeurd en ontheiligd worden.

Egypte
Egypte is het aardse. Daar moeten de afgoden die aanbeden worden door diegene die exotisch gericht zijn (gericht op uiterlijke vormen) gesublimineerd worden tot het enig-goddelijke in hun ziel.

“Ik trok over de grens van Maisan (het godsrijk) heen en zo kwam ik in Egypte en mijn begeleiders verlieten mij.” Je zult het helemaal zelf en alleen moeten doen.

“Regelrecht begaf ik mij naar de slang, ging bij haar verblijfplaats zitten, tot ze zou insluimeren, teneinde haar de parel te ontnemen.”
Hoewel dit niet uitdrukkelijk in woorden wordt gezegd, is de betekenis impliciet, nl dat deze aanleg mislukt. Ze moet ook mislukken, omdat het kind nog geheel hemels is en geen contact met het aardse kan hebben.

“Daar ik alleen en vreemd was als een kluizenaar, kenden de medebewoners van mijn herberg mij niet.”
De exoterische mens (gericht op de buitenkant) heeft geen weet van de parel in zijn ziel. Hij leeft nog in Avidya, het niet-weten dat bestaat uit 5 aangezichten: hartstocht, haat, luiheid, rusteloosheid en twijfel. De parel heeft geen macht over zijn doen en laten.

“Ik drink en eet het voedsel van de egyptenaren.”
Hierdoor verbindt Manda d’Haye zich met het aardse en de materie en vergeet hij zijn afkomst, dat hij geestelijk is.

“Je broer wordt koning als je niet terug komt.”
Maar er is geen dualisme, alles is één. Dus Manda d’Haye is zelf zijn broer, zijn vader en zijn moeder.

“De boodschap die zijn ouders hem zenden.”
De roep van het absolute moet de verlossing brengen van de nu onbewuste Manda d’Haye.

“Herinner je dat je een koningszoon bent”
Herinner je dat je geestelijk bent en niet materieel

“En zie wie je in knechtschap gediend hebt”
Zodat je geen slaaf meer bent van het stoffelijke en vergankelijke. Onthechting is nodig voor de bevrijding en de terugkeer naar de Geest.

“De boodschap is verzegeld”
Alleen de mens die niet meer gericht is op uiterlijkheden, de esoterische mens (gericht op het innerlijk), hoort de boodschap, de roep. Voor de exoterische mens is de boodschap verzegeld.

“Ik ontwaakte door de brief en stond op.”
Mystici ervaren deze opstanding als de maagdelijke geboorte en de inleiding tot het unio-mystica, het heilige huwelijk dat daarop volgt. Het heilige huwelijk, de unio mystica, de hiëros gamos, is het huwelijk tussen de volmaakt onthechte ziel en de Christos. Het dualisme verdwijnt, alles wordt één. De tegenstellingen bestaan dan niet meer. Manlijk en vrouwelijk houden op te bestaan, zo binnen zo buiten, zo boven zo beneden.

“Ik suste de slang in slaap door de namen van mijn vader en moeder te noemen.”
Dit benoemen gebeurt bij de doop, bij de mysteriën werd je gedoopt als je je inwijdingen had gehaald. Dan ben je los van het aardse, van de slang.
Door de opstanding van Christos in de ziel wordt de eenheid van Christos met de Logos en met Sophia ervaren.

“Ik trok het onreine kleed uit.”
Manda d’Haye maakt zich los van het exoterische, het wereldse leven

“Ik vond het gewaad terug en het scheen mijn spiegelbeeld.”
De dualiteit is opgeheven, alles is één

“Ik was met hem in zijn koninkrijk.”
Manda d’Haye heeft de parel terug gebracht.
Dit gebeurt buiten de tijd. Het is niet zo dat je pas na de fysieke dood terug kan keren naar het koninkrijk, naar de Geest.